Pap, misschien krijg ik jouw bloed wel
“Al verschillende emmers vol” heeft Herbert van der Sanden (48) de afgelopen 20 jaar als bloeddonor afgestaan. Hij vond het altijd een mooie gedachte om een onbekende op deze manier te kunnen helpen. Toen bleek dat ook zijn eigen dochter Jans bloedtransfusies nodig had, kreeg het donorschap een heel nieuwe lading.
Herbert zijn verhaal
Als twintiger meldde Herbert zich aan bij de bloedbank. “Een vriend die al donor was, wees me erop dat het een eenvoudige manier is om concreet iets voor een ander te doen. Dat klopt. Doneren kost ongeveer een uurtje per keer. Het is lichamelijk totaal niet belastend voor me. De sfeer op ‘mijn’ bloedbank in Den Bosch is bovendien heel gezellig, ik ga er graag naartoe.”
Emmers
Inmiddels heeft hij al 68 keer bloed gedoneerd. “Verschillende emmers vol”, glimlacht hij. “Ik las in een donornieuwsbrief dat het zakje bloed van je donatie meestal binnen twee weken gebruikt wordt voor iemand. Je wordt specifiek opgeroepen vanwege de bloedgroep die je hebt. Dat vind ik fijn om te weten; je bloed betekent echt iets voor een ander. Ook al ken je die persoon totaal niet.”
Ongelooflijke schok
Sinds enige tijd is Herbert zich nog veel bewuster van het belang van zijn donaties: zijn dochter Jans bleek in oktober 2021 acute leukemie te hebben. Ze was op dat moment 10 jaar oud. “Een ongelooflijke schok”, noemt hij dat bericht. “De huisarts kwam het ons thuis vertellen. Jans was al langere tijd verschrikkelijk moe, kwam haast niet meer van de bank af. Haar bloed was onderzocht omdat we bang waren dat het misschien de ziekte van Pfeiffer was. Maar het bleek nog veel erger te zijn.” Jans moest linea recta naar het ziekenhuis gebracht worden om te starten met een behandeling.
Onzekerheid
Herbert: “Toen we aankwamen in het ziekenhuis, was Jans te zwak om zelf naar de afdeling te lopen. Ik heb haar op mijn rug moeten dragen.” Diezelfde dag nog kreeg ze haar eerste chemotherapie. Er volgde een ontzettend intensief half jaar, waarin ze heel vaak naar het ziekenhuis moest en allerlei vormen van chemotherapie kreeg toegediend. “Via een infuus, met een prik, onder narcose, ze heeft alles gehad”, zegt haar vader. “Ze moest vaak overgeven, kon moeilijk eten en was heel slap. Vervolgens kreeg ze ook nog een epileptische aanval als bijwerking. Het was zo akelig om te zien hoe zwaar Jans het had. De onzekerheid was ook verschrikkelijk die eerste periode. ‘Pap, word ik beter?’ vroeg ze me. Daar kon ik geen antwoord op geven, de artsen konden dat ook nog niet zeggen.”
Onmiddelijk effect
Door de leukemie én door de chemotherapie waren Jans’ bloedwaardes heel slecht. Ze had nauwelijks nog gezonde bloedcellen. Herbert: “Al vrij snel in het behandeltraject gaven ze haar bloedtransfusies. Dat was voor mij heel bijzonder om te zien. De eerste keer dat ze aan een infuus met donorbloed lag, was ik de week ervoor zelf nog naar de bloedbank gefietst om te doneren. Ik zat naast haar bed en ze zei tegen mij: ‘Misschien is dit wel jouw bloed, pap.’ Ik was ontroerd, dacht bij mezelf: hier doe ik het dus voor.”
Haar ouders zagen goed wanneer hun dochter weer een transfusie nodig had: “Zodra ze heel bleek werd en nog minder at. En ja hoor, dan was inderdaad haar Hb-waarde weer te laag. De transfusies hadden onmiddellijk effect; je zág haar sterker worden.”
Vertrouwen
Jans’ behandeling is inmiddels in iets rustiger vaarwater gekomen. Ze krijgt nog elke dag chemotherapie, maar in een lichtere vorm. Haar ouders kunnen die thuis toedienen. Herbert: “Haar energie begint langzaamaan terug te komen. Ze kan weer naar school en weer met vriendinnen afspreken, al moet ze wel rustig aan doen. Jans hoopt binnenkort haar favoriete sporten – hockey en tennis – weer voorzichtig op te kunnen pakken. Ze heeft nog een lange weg te gaan, maar we hebben nu het vertrouwen dat het goed komt.”
Intens gevoel
Herbert is sinds het ziekteproces van zijn dochter weer een keer of drie bloed gaan geven. “Het is een heel ander gevoel nu voor me, veel intenser. Iedere keer als ik op de bloedbank ben, wil ik iedereen daar vertellen hoe bijzonder het is. Hopelijk maakt dit verhaal dat ook duidelijk. Er zijn weinig andere manieren om zo veel voor iemand anders te betekenen.”